Beweging lijkt herstel darmkankerpatiënten te bevorderen
Darmkankerpatiënten die na verwijdering van de tumor meer gaan bewegen dan voorheen, lijken zes maanden na de operatie een grotere kans te maken op fysiek herstel. Beweging voor de operatie heeft opvallend genoeg geen invloed op dit herstel.
Het leven van mensen die een operatie ondergaan om een tumor uit de darm te verwijderen, verandert meestal ingrijpend. Psychisch, sociaal en natuurlijk fysiek. Een groot deel van deze mensen komt niet meer op het oude niveau terecht. Eerder internationaal onderzoek wijst uit dat mensen die in het algemeen fysiek actief zijn, beter lichamelijk blijven functioneren. Zou extra beweging het herstel na een operatie ook kunnen bevorderen?, vroegen onderzoekers van de afdeling Humane Voeding & Gezondheid van Wageningen University & Research zich af.
In 2010 startten ze samen met zeven ziekenhuizen een verkennend onderzoek. Daarin vroegen ze darmkankerpatiënten schriftelijk naar hun fysieke activiteiten voor en na verwijdering van de tumor. Hoeveel tijd spendeerden ze wekelijks bijvoorbeeld aan lopen, fietsen, tuinieren of huishoudelijke activiteiten?
Uit de antwoorden van 327 participanten blijkt dat 46 procent van de mensen na zes maanden fysiek weer herstelden na een operatie. De mensen die hun fysieke inspanningen na de operatie vergrootten – 25 procent van het totaal - hadden 43 procent meer kans op herstel ten opzichte van de mensen die hun fysieke activiteiten na de operatie niet veranderden. Opvallend is dat het helemaal niet uit maakt of de mensen voor de operatie ook fysiek actief waren.
Hoewel er een verband is tussen extra fysieke inspanning en herstel na verwijdering van een darmtumor, is niet zeker of meer beweging de werkelijke oorzaak is. Dit moet verder worden onderzocht.
De resultaten zijn gepubliceerd in het online tijdschrift BMC Cancer. Het onderzoek maakt deel uit van de COLON-studie onder zo’n tweeduizend darmkankerpatiënten in twaalf Nederlandse ziekenhuizen.