Project
1H4F - Duurzame beheersing van kiemgetal in geitenmelk
Omdat Nederland veel geitenmelk exporteert is een goede melkkwaliteit uitermate belangrijk. Het kiemgetal op veel melkgeitenbedrijven is relatief hoog, en maar ten dele te verklaren door melksysteem gerelateerde oorzaken (bijv. hygiëne). In dit project werkt Wageningen Bioveterinary Research samen met Universiteit Utrecht en verschillende partners uit de melkgeitenhouderij om inzicht te krijgen in de samenhang tussen voeding, darmmicrobioom en het uiteindelijke microbioom van de melk. Dit inzicht is vervolgens leidend in het onderzoek naar bijvoorbeeld voedingsinterventies waarmee het kiemgetal te beheersen is en de uiergezondheid bevorderd wordt.
Onderzoek onverklaarde kiemgetalproblemen
Een hoog kiemgetal in geitenmelk kan worden veroorzaakt door problemen met reiniging, koeling en melk hygiëne. Dit type kiemgetalproblemen is goed onderzocht en doorgaans goed op te lossen. Er zijn echter ook kiemgetalproblemen die niet verklaard kunnen worden door deze oorzaken, en meer geit specifiek lijken. Uit pilot onderzoeken op een aantal probleembedrijven is gebleken dat kiemgetallen van de beide uierhelften sterk aan elkaar gerelateerd zijn. Dit suggereert dat de bacterie-aantallen in de geitenuier niet slechts lokaal ontwikkelen, maar dat de bacteriën hoger uit de geit afkomstig zijn. Dit is in lijn met diverse recente onderzoeken die aantonen dat er een mogelijke actieve passage van bacteriën uit de darm naar de melk is, de zogeheten darm-melkklier route. Deze route zou belangrijk zijn voor het doorgeven van relevant microbioom naar de darm van de lammeren vlak na de geboorte. Deze ontdekking biedt een geheel nieuwe verklaring voor hoge kiemgetallen. Het kiemgetal wordt daardoor in verband gebracht met het darmmicrobioom en dus met de voeding van de geit, een onderwerp dat nauwelijks onderzocht is.
Beïnvloeden darm-melkklier route middels voeding
Inzicht in de samenhang tussen voeding en het microbioom van de darm in vergelijk met melkklieren zal naar verwachting leiden tot interventies waarmee de aantallen en soorten bacteriën in de melk te sturen zijn. Dit heeft verstrekkende consequenties, mogelijk ook voor de gezondheid van andere zoogdieren en de mens. Het kunnen beïnvloeden van de darm-melkklier route middels voeding kan mogelijk leiden tot nieuwe en natuurlijke interventies met in potentie een betere uiergezondheid van de lacterende dieren, en betere darmgezondheid van de melkdrinkende jongen als gevolg.
Dit 4 jarig project is onderdeel van het onderzoeksprogramma ‘One Health for Food’ (1H4F) en de Topsector Agrifood. De verschillende partners, waaronder zuivelverwerkers en de primaire productie, verenigd in het Platform Melkgeitenhouderij, en Universiteit Utrecht en Wageningen Bioveterinary Research, zullen intensief samenwerken om kennis en inzichten in de geiten kiemgetal problematiek te vergaren en daarmee handvaten leveren om de problematiek aan te pakken.